Orpheus Magazine: Topsportartiest Wiebe-Pier Cnossen
Orpheus Magazine > Orpheus Magazine: Topsportartiest Wiebe-Pier Cnossen
Onderhoud
“Eens in de zes weken bezoek ik mijn osteopaat. Die masseert ook mijn stem, mijn strottenhoofd. Met veel kracht verdwijnen zijn vingers in mijn kaken. Dat doet pijn, maar helpt me enorm mijn stem fit te houden. Zo’n stem kan lang meegaan, er zijn voorbeelden van zangers die ver na hun zeventigste nog goed zingen. Voor een deel is dat genetische bagage, de rest is véél zingen en de juiste techniek. Na een vakantie weet ik hoe snel ik vorm verlies, pas na enkele dagen trainen ben ik er weer. Trainen en goed onderhoud; dat is waar alles om draait, ook voor een zanger.”
Zuinigheid
“Alcohol heeft evenmin positieve invloed, stembanden sluiten na een avondje wijn minder goed. Ze raken geïrriteerd, ik krijg er reflux van. Mijn lijf is een instrument, daar ben ik zuinig op. Een violist gooit toch ook geen bord spaghetti in zijn vioolkoffer vlak voor een concert? Ik drink veel water en thee, vocht is belangrijk. Maar wel anderhalf à twee uur vóór een optreden, het duurt even voordat stembanden goed gehydrateerd zijn.”
De marge
“Ik let op wat ik eet. Wat er naar binnen gaat heeft invloed op hoe alert je bent. Operazangers zijn niet perse slank maar ik let er wel op dat ik binnen de marge van mijn ideale BMI blijf. En niet teveel koolhydraten binnenkrijg, zo vlak voor een optreden. Ik merk dat ik daarvan suffer word, alhoewel ik een lekker pastaatje nooit zal afzweren in mijn vrije tijd.”
Conditie
“Niets gaat vanzelf. Ik ren twee keer per week een stuk van zo’n zeven kilometer en doe krachttraining om ook andere spieren in mijn lijf sterk te houden. Mét de aantekening dat buikspieren niet te sterk en te stijf worden. Een zangerslijf moet gestut worden, het is een instrument.”