Ken jij de verborgen kant van Zwitsal?

Na Aan de vooravond (2021) en LOO (2022) komt Orpheus opnieuw met een eigen muziektheaterproductie: Zalf & Papaver. Annechien Koerselman bedacht het concept, schreef het script en regisseert het verhaal. Zij, componist en musicus Julian Schneemann, twee oud-medewerkers van Zwitsal en Orpheus-directeur Mirjam Barendregt willen er in dit magazine best iets over kwijt. Maar niet alles, vanzelfsprekend. Wat zich aan de Vlijtseweg afspeelde was decennialang publiek geheim. Dat gooi je niet zomaar op straat.

ʻʻHet is geen geschiedenisles, we maken theater!ʼʼ

Annechien: “Zalf & Papaver is een verhaal met een directe link met Apeldoorn en haar inwoners. Zwitsal heeft veel voor mensen hier betekend. We kiezen opnieuw voor samenwerking tussen professionele acteurs en mensen uit Apeldoorn. Zo krijgt de stad en haar inwoners een podium. Dit stuk gaat hierin nog een stap verder dan de twee vorige producties omdat het draait om fabriekswerk, het familie-achtige gevoel dat hier heerste. Het gaat dus ook over bezorgdheid van medewerkers, over confrontaties wanneer overnames of fusies dreigden en over dingen die zouden veranderen waardoor de familie uiteen zou vallen. Alle onzekerheden die dat oplevert zullen veel mensen herkennen.”

Hoe werkt het tussen jou en Mirjam Barendregt; zo’n aanloop naar een nieuwe productie met lokale signatuur?

Annechien: “Het was haar idee iets met Zwitsal te doen, ze wilde het heel graag. Ik had er niet meteen een beeld bij maar ja… ik ben een maker, een nieuwsgierig mens. Het verhaal, de geschiedenis van de fabriek, het geheim, honderd-en-een feiten; het lag er allemaal! Samen zijn we op zoek gegaan naar het drama in het verhaal. Want het is geen geschiedenisles, we maken theater! Hoe voelde het om in deze fabriek te werken? Ik kon me er wel iets bij voorstellen, als scholier had ik een vakantiebaantje in een fabriek. De sfeer, het samen aan de lopende band staan, de geluiden, het felle tl-licht; het zat nog in mijn hoofd. Met al die ingrediënten ben ik gaan puzzelen en ontstond een anekdotische verhaallijn. Ineens werden een-tweetjes duidelijk, zag ik wat erin moest. Mirjam en ik kennen elkaar al lang, we vertrouwen elkaar. We weten allebei dat puzzelstukjes die ik krijg aangeleverd zich in mijn hoofd nestelen en uiteindelijk een theatraal stuk opleveren.”

Annechien Koerselman

Jullie riepen hulp in van oud Zwitsal-medewerkers. Waarom?

Mirjam: “We zijn met zes oud-medewerkers in gesprek gegaan, waaronder Bé Schuitema en Henry van de Esschert. Van hen wilden we horen hoe het er aan toe ging in de fabriek, wat zij daar deden. En hoe verhoudingen lagen, contacten waren. Over Zwitsal is een dik boek geschreven. Dat hebben we gebruikt maar het was vooral een feitelijke weergave van de geschiedenis van het bedrijf. Wij zochten iets extra’s: het menselijke verhaal. Echte herinneringen en echte ervaringen. Bé en Henry staan symbool voor de twee mannelijke hoofdrollen in Zalf & Papaver; Gé en Arthur. Zelf spelen ze niet mee, twee vrouwelijke oud-medewerkers wel. Niet in een historisch verhaal, dit is geen letterlijke weergave. Het is wel een verhaal over arbeidsomstandigheden, verhoudingen onderling. Het had zich net zo goed op een andere plek kunnen afspelen.”

De fabriek herinneren velen zich in beeld en geur maar er werd meer dan zeep en zalf gemaak

Annechien: “De titel zegt het: bij Zwitsal werd naast zeep en zalf ook iets anders geproduceerd. Geneesmiddelen waaronder verdovende middelen als morfine en codeïne. De grondstof voor al die middelen is papaver. Neem je er teveel van, dan werkt het verslavend en kom je in een roes, in een droomwereld zo je wilt. Bij zo’n gegeven slaat mijn fantasie op hol. Hoe was het om hier in het geheim aan mee te werken? Waar droomden medewerkers van tijdens hun werk op de chemische afdeling bij het bereiden van de zoveelste doos opiaten? Wat wisten zij over de teelt van papaver, over het leven in het Midden-Oosten? Dachten ze wel eens aan de mensen daar, collega’s op afstand die bij de teelt betrokken waren? En realiseerden zij zich dat die arm bleven terwijl hier dik geld werd verdiend? Zalf & Papaver is het verhaal over twee totaal verschillende werelden die meer met elkaar te maken hadden dan we dachten. Feitelijk is er niets veranderd, het gaat er nu nog precies zo aan toe. Papaver is en blijft een ingrediënt om op weg te dromen.” 

“Het verhaal gaat ook over elke dag gecontroleerd worden om te voorkomen dat je iets meeneemt. We spraken met Bé en Henry over de druk die dat opleverde maar ook over de spanning die ze voelden omdat alles steeds goedkoper en efficiënter moest. De kans om overgenomen te worden groeide. Net als de angst dat daarmee alles ging veranderen wat een eind aan het familiegevoel zou betekenen. Met al die waarheden ga ik aan de haal.”

Wat een nuchter Apeldoorns verhaal lijkt, krijgt steeds meer Arabische invloeden. Het lijkt wel een betoverend sprookje waarin de westerse en oosterse wereld samenkomen.

Annechien: “Zalf & Papaver is muziektheater, een theatraal sprookje in de sfeer van Duizend-en-een-nacht. Je krijgt de kans even weg te dromen, net als medewerkers van de fabriek destijds deden. Het is een soort parabel, een vertelling waardoor je met een beetje afstand naar je eigen leven kijkt. En daar misschien een les uit trekt? Dat vermogen zijn we een beetje kwijtgeraakt in het westen, dat is jammer vind ik.”

Waarin schuilt die kracht van verhalen van dichtbij?

Mirjam: “Het is een verhaal van Apeldoorn. Om de twee jaar produceren we een theaterstuk en gaan we op zoek naar een lokaal verhaal waarmee publiek zich verbonden voelt. Zalf & Papaver is zeven keer bij ons te zien. We hopen dat Apeldoorners maar ook mensen uit de omgeving komen. Twee keer is het stuk in De Meervaart in Amsterdam te zien maar dat is meer toevallig. De directeur van dat theater was op bezoek in Orpheus en toen ik hierover vertelde, reageerde hij gelijk enthousiast. Voor ik het wist hadden we de afspraak dat we ook voor twee uitvoeringen naar De Meervaart zouden komen. Maar eerlijk? Het land in met eigen producties als deze is geen ambitie. We willen verhalen van hier juist op deze plek delen.”

Annechien: “Het is goed dat we in Apeldoorn blijven. Je wilt niet weten wat een reizende voorstelling kost, telkens zo’n heel decor en complete cast verplaatsen naar een andere stad. Daar leg je op toe hoor, dat kost meer dan het oplevert. Ik vind het in de huidige tijd passender om voorstellingen te maken voor en door inwoners zelf.”

Apeldoorns talent krijgt opnieuw de kans mee te werken aan een grote theaterproductie

Annechien: “Als je betrokken bent bij een verhaal beleef je het op een andere manier, komt het binnen en opent zich een andere wereld. Maar het is ook leuk audities te organiseren voor mensen die niet uit het vak komen maar wel buitengewoon gedreven én getalenteerd zijn. Ineens zie ik mezelf weer als 17-jarige, tijdens de auditie voor de Toneelschool. Alles lag open, alles kon nog. Dat veel dromen nooit zouden uitkomen wist ik niet maar de motivatie was grenzeloos. Tijdens deze audities zag ik diezelfde drive, de verwondering ook. Ik vind het magisch!”

Voor maar liefst twaalf bijrollen vonden jullie lokaal talent. Met wie spelen Rozemarijn van den Beld, Joyce Bleeker, Jamie Duijvestijn, Corine Filius, Ilse Jansen, Lianne van de Kamp, Gerdien de Kroon, Marcel van Straten, Veroniek Vreugd, Evi Winkelman, Sofie Winkelman en Julia Zandvliet samen?

Annechien: “Een sterrencast met Nazanin Taheri (Lena/Leyla), Jelmer de Groot (Arthur) en Bas Keijzer (Gé) trekt de kar, samen met al het lokale talent wordt familiegevoel, de dynamiek van een fabriek in bedrijf, neergezet. In klank en beweging, ook in dans. Leuk vind ik dat twee oud-werkneemsters een rol veroverden. Zij brengen een eigenheid mee die zo sterk is, daar hoef ik niets aan te ensceneren!”

De rol van muziek is groot en jullie kozen componist en pianist Julian Schneemann. Waarom hij?

Annechien: “We kennen Julian beiden goed, nog uit de tijd van het Grachtenfestival waarvan Mirjam destijds directeur was. Julian is een getalenteerd componist en musicus, zijn werk begeeft zich vaak in Oosterse sferen. Maar wat hij ook heel goed kan, is de vibe van de fabriek benaderen vanuit ritmische, elektronische geluiden. Met zijn ensemble Caravan is hij dé man voor deze productie!”

 

    • za 7 sep 2024
      20:00
      Première
      Rabobankzaal
    • zo 8 sep 2024
      14:30
      Rabobankzaal
    • wo 11 sep 2024
      20:00
      Rabobankzaal
    • do 12 sep 2024
      20:00
      Rabobankzaal
    • vr 13 sep 2024
      20:00
      Rabobankzaal
    • za 14 sep 2024
      20:00
      Rabobankzaal
    • zo 15 sep 2024
      14:30
      Rabobankzaal

Verhalen van de werkvloer

Bé Schuitema zat 28 jaar ‘in de papaver’ en had leidinggevende functies. Voor Zalf & Papaver deelde hij herinneringen en anekdotes over zijn tijd in het gesloten bastion van opium- en morfineproductie. “Niemand weet dat we in deze voor de buitenwereld afgesloten fabriek, die onder toezicht van de overheid stond, jaarlijks enorme hoeveelheden morfine produceerden. Het grootste deel daarvan was bestemd voor de productie van codeïne. Alles was super beveiligd, alles werd gecontroleerd: wat er in kwam en weer uit ging. Stadgenoten zagen grote, onder blauw plastic afgedekte, hopen liggen op het terrein. Er zal zeep en crème van Zwitsal onder liggen, dachten ze. Maar het was papaver. Vrachtwagens vol werden afgeleverd, allemaal ten behoeve van de productie van ‘receptplichtige geneesmiddelen’. 

“Ons werk speelde zich buiten het zicht af in een aparte fabriek op het terrein. We vormden een gesloten gemeenschap, kenden elkaar allemaal. Er heerste een familiegevoel dat op kleine schaal nog steeds stand houdt. Zoveel jaar samenwerken onder zulke bijzondere omstandigheden poets je niet zomaar weg. Met oud-collega’s spreken we nog elk jaar een keer af en dat is best bijzonder.”

Nog zo’n oud-medewerker met een enorme staat van dienst is Henry van de Esschert die dik 35 jaar voor Diosynth MSD op het Zwitsalterrein werkte. Henry hield wel van een geintje, joeg de dames van de inpakafdeling als het kon op stang. “Ik begon als kafstorter, sneed de zakken waarin papaver werd aangevoerd open en zorgde dat papaver vermalen werd en alkaloïde overbleef. Dat was de grondstof voor medicijnen. Later werd ik machinevoerder, daarna procesoperator.”

“Er gebeurde van alles maar er mocht niets naar buiten komen. Foto’s of filmpjes maken was uit den boze, zelfs bellen mocht niet. Er met anderen over praten eveneens niet. Dat lukte goed, ik vermoed dat het grootste deel van Apeldoorn geen idee had van wat zich hier afspeelde. Er stonden soms kisten met wel 60 kilogram opium. Wat mensen wel weten, is dat het hier enorm kon stinken.” 

“We waren op elkaar aangewezen en maakten er ondanks de eindeloze reeks van protocollen het beste van. Tijdens bezoeken van buitenlandse delegaties merkte je hoe gevoelig alles lag. Er werd heel goed nagedacht over wat welen vooral niet getoond werd tijdens zo’n bezoek van Turkse autoriteiten of Amerikaanse partners. Toen het tijdschrift Panorama lucht van de zaak kreeg en een groot verhaal publiceerde over opiumproductie bij Zwitsal waren de rapen flink gaar.”

“Een ongeluk op het terrein waarbij een van mijn collega’s om het leven kwam vergeet ik nooit. Zijn dood werd door de directie afgedaan met de mededeling dat hij niet op die plek aanwezig had moeten zijn op dat moment. Dat was een klap in ons gezicht.”

Julian Schneemann

Componist en muzikaal tovenaar Julian Schneemann

Schakelen tussen Oost en West, tussen zoete dromen en harde realiteit. Dat is waaraan Zalf & Papaver je als toeschouwer doorlopend blootstelt. Muziek is een beproefde manier om die sferen aan te zetten en heer en meester daarin is de jonge componist, arrangeur en jazzpianist Julian Schneemann (1992). Hij componeerde alle muziek voor dit stuk en speelt straks live met zijn ensemble Caravan. Wat een geluk dat hij tijd voor Orpheus heeft. Begin volgend jaar volgt hij violiste Lonneke van Straalen op als artistiek leider van Pynarello.

 

Combineren van muziekstijlen, altijd op zoek naar dwarsverbanden; dat is waar wat hem betreft kansen liggen. Julian: “Ik houd van alle stijlen en probeer telkens connectie te maken. Ook vanuit klassieke muziek, ik ben opgegroeid in een klassiek gezin.”

Toen Mirjam en Annechien hem vroegen, was het raak. “Ze vertelden over de fabriek, over werk aan de lopende band en over het feit dat hier meer dan zeep werd geproduceerd. Over connectie tussen Apeldoorn met het Midden-Oosten ook. Dat alles moest in klank en muziek vertaald worden. Dat ik samenwerk met Turkse en Syrische muzikanten maakt het logisch dat ze bij mij uitkwamen.”

Hij kreeg de vrije hand, van een in beton gegoten opdracht was geen sprake. “Ik had wel een idee hoe je een verhaal als dit in muziek en geluid zou kunnen interpreteren. Niet alleen op piano maar met Yanna Pelser (altviool), Jeroen Batterink (percussie/drums), Bram Wassink (bas), Sinan Arat (rietfluit) en Jawa Manla (ud).”

Instrumentaal en vocaal schakelt het ensemble doorlopend tussen Oost en West. Van stampende monotone fabrieksgeluiden tot dromerige klanken. “Ik had de mensen voor ogen die tijdens hun repeterende handelingen in de fabriek wegdroomden over dat verre Midden-Oosten, een leven daar. Hoe zou het zijn? Ook de gedachte aan papaver speelde mee, de Arabische kant van het geheimzinnige verhaal. Bij mij riep het raves op, het onder invloed wegdromen onder een snoeiharde beat. Met al die sferen kunnen wij uit de voeten, van het dromerige Arabische tot de machinale klanken en dus ook die stevige loodsmuziek.”

Schneemann verzamelde bestaande muziek en arrangeerde nieuw materiaal voor deze productie. Met Annechien nam hij de timing van muziek door zodat elke scène precies op het juiste moment, door passende klanken, lading krijgt. Straks zit hij er, met zijn collega-musici, op het podium. Dan maken ze deel uit van het theatrale concept en krijgen Jawa en Yanna een schaduwrol in het kielzog van Leyla. Maar waar het vooral om draait zijn hun kwaliteiten in geluid.