Orpheus Magazine: Illusionist knokt met zijn avatar in ‘Face the future’
“Iedereen die naar me komt kijken, weet dat ik een bedrieger ben. De helft van mijn publiek wil de truc achter de illusie zien te achterhalen. Ik weet dat het niet gaat lukken, ik ben ze steevast te snel af. Maar ik blijf ze uitdagen het te proberen. Het mooiste en leukste compliment dat ik van die mensen na afloop kan krijgen is: ‘ik begrijp er echt helemaal niks van’.”
Een goed bedrieger kijkt de mensen aan
“Ik ben een paar jaar met de show Hans Klok and friends door het land getrokken met een circustent. Dan zit het publiek om je heen en dat maakt het lastiger. Ik vind circus ontzettend leuk, ik hou van de romantiek ervan, maar een theater is ook wel weer eens lekker luxe. Niet alleen omdat ik niet door de modder en de regen van camper naar tent hoef, maar omdat theater mijn werk wat overzichtelijker maakt. Als je de mensen goed wilt bedriegen, moet je ze kunnen aankijken.”
Je moet boven de techniek staan
“Iedereen weet inmiddels dat ik in 2020 naar Las Vegas vertrok om daar tien jaar shows te geven in het Excalibur Hotel & Casino. Door corona ging alles op slot en eindigde het avontuur voor het begon. Terug in Nederland waren hier de theaters ook dicht. De show in de circustent mocht nog wel en dat heeft me geholpen de teleurstelling te verwerken en me fysiek en geestelijk overeind gehouden. Want een illusionist kan niet zomaar een tijd niks doen. Je moet repeteren, soms elke dag, eindeloos. Dat is fysiek pittig. Ik verdwijn en duik een paar seconden later ergens anders weer op. Een truc bestaat uit oneindig veel techniek en je moet ‘boven de techniek’ komen te staan. Optreden is nog beter: dan sta ik onder druk en doe ik het net wat sneller en geconcentreerder dan in een repetitie. Voor mij staat een optreden voor een zaal daarom gelijk aan drie dagen repeteren in mijn loods.”
Mijn imago is onderweg ontstaan
“Ach, ik noem mezelf ‘de snelste illusionist ter wereld’. Maar natuurlijk weet ik niet of dat zo is. Je moet jezelf een beetje in de etalage houden. Dat rock and rollimago heb ik ook niet bedacht, het is ergens onderweg ontstaan. Zoals mijn haar: in een Engelse studio stond een windmachine en toen we die even aanzetten was dat een leuk gezicht. Dus dat heb ik er in gehouden. Die herkenbaarheid werkt. De krultang en de lak horen erbij; ik moet niet opeens m’n haar afknippen. Dat zou dom zijn.”
Ik vecht me door de tijd
“Het idee achter Face the future is het conflict dat de mens heeft met de oprukkende technologie. Ja, daar kijk ik met dubbele gevoelens naar. Het is tegelijk uitdagend als een gevaar. Ik ga op het podium het gevecht aan met mijn eigen avatar, een op een scherm geprojecteerde digitale versie van mijzelf, maar dan jonger. Die ontwikkelt zich tot een zelfstandig denkend wezen met een eigen wil. Hij neemt mijn wereld over en ik moet ‘m om zeep helpen door hem in de tijd te achtervolgen, maar die tijd smijt me alle kanten op. Goed tegenover kwaad, dat werkt in het theater altijd. De avatar is een idee van mijn regisseur Stanley Burleson. Ik wilde altijd al eens een voorstelling rond ‘tijd’ maken. Mijn achternaam is niet voor niks Klok. Ik wil in mijn shows meer dan alleen verbazing oproepen. Daarom vertel ik een verhaal, zit er humor in en veel muziek. Vaak gebruik ik filmmuziek. Met die ingrediënten roep je in een theater meer emoties op dan alleen verbazing.”
Ik voer de trucs beter uit dan de bedenker ervan
“Je vraagt me hoe ik aan mijn materiaal kom. Nou, ik heb heel veel gelezen, heel veel opgestoken van boeken over illustere illusionisten als Harry Houdini, de boeienkoning. Ik kom ook geregeld op het jaarlijkse ‘congres’ voor goochelaars en illusionisten. Daar ontmoeten honderden collega’s van over de hele wereld elkaar. Meer dan leuk is het meestal niet. Maar het is ook een beurs, een marktplaats. Illusie is handel. Soms word ik verrast door iets nieuws, zoals begin dit jaar door de act van een Engelse illusionist die een mens versnippert tot confetti. Of ik het heb gekocht? Dat zeg ik natuurlijk niet. De Nederlandse goochelaar Fred Kaps was een groot voorbeeld voor me. Hij zei altijd: ik voer de trucs beter uit dan degene die ze heeft bedacht. En zo kijk ik ook naar mezelf. Ik ben niet de beste bedenker van illusietrucs, wel een van de beste uitvoerders ervan. Ik combineer er diverse, steek ze in een nieuw jasje en dan herken je het origineel niet meer.”