Eigen productie LOO verplaatst naar juli

Net voor kerst stonden hoofdrolspelers Laetitia Gerards, Jeroen van Venrooij en Annemarije Zoer nog te repeteren op de planken van de Rabobankzaal. De zaal waar LOO op 9 februari de première zou beleven… Zou, want Theater Orpheus heeft moeten besluiten de serie voorstellingen te verplaatsen naar juli 2022. 

Mirjam Barendregt, directeur Orpheus: “Natuurlijk deed het pijn om onze koninklijke productie te verplaatsen, maar de onzekerheid is nu te groot. We weten niet wanneer we weer open mogen en of er dan nog beperkingen zijn. Met LOO willen we echt uitpakken! Ook in een anderhalvemeter situatie is deze productie niet haalbaar. Het publiek dineert immers tijdens de voorstelling aan grote ronde tafels in een tot audiëntiezaal omgebouwde Rabobankzaal.” Samen met regisseur Annechien Koerselman, cast en crew kijkt Barendregt uit naar de feestelijke première op 1 juli. 

LOO
In dit even komisch als dynamisch muziektheater gaan Marketingmanager Klamer (Jeroen van Venrooij) en zijn assistente Alicia (Annemarije Zoer) op zoek naar de ziel van Loo (Laetitia Gerards). Ze hebben grootse plannen met het paleis nu zij volledig vernieuwd, heringericht en verbouwd is. Maar Loo is een eigenzinnige dame, die zich niet zomaar voor ieders karretje laat spannen. Althans dat denkt ze, maar dan kent ze Klamer nog niet…

Terwijl het publiek op de klanken van componisten als Händel, Mozart en Strauss jr. een majesteitelijk diner wordt geserveerd, stoft de cast samen met een achtkoppig muzikaal ensemble de Nederlandse geschiedenis af. Bijna vergeten stadhouders, koningen en koninginnen geven acte de présence en er worden bruggen geslagen naar het nu. Heeft de 400 jaar oude dame Loo anno 2022 nog wel een toekomst?

Meer informatie en tickets
LOO is van 1 tot en met 10 juli 2022 te zien. Naast dinervoorstellingen zijn er ook matineevoorstellingen, met royale lunch, gepland voor bezoekers die liever in de middag het theater bezoeken. Klik hier voor meer informatie en om tickets te kopen.

LOO wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het VSBfonds, Frank van der Wal Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en het Norma Fonds.