Orpheus Magazine: SCAPINO BALLET Rotterdam
In de oudheid krasten mensen hun namen al in rotsen, zodat ze er lang na hun dood toch nog een beetje bij waren. In de middeleeuwen waren het de duistere experimenten van alchemisten en in de huidige tijd zijn het biohackers met slechts één missie: DNA zo aanpassen dat rimpels, ziekten en gebrek ons deurtje voorbijgaan. Anima Obscura, de allernieuwste productie van Scapino Ballet Rotterdam, gaat over dit eeuwenoude verlangen. Het is de eerste productie van Nanine Linning als nieuw artistiek directeur en choreograaf bij Scapino. Wat een indrukwekkende entree maakt zij met dit monumentale kunstwerk waarin een groot ensemble op toneel verschijnt. De dansers zijn de hoofdrolspelers in de zoektocht naar het ultieme middel, het elixer voor het eeuwige leven.
Maar er gebeurt meer! De Theaterkrant sprak in een recensie zelfs over een ‘apocalyptisch totaalkunstwerk, een poëtisch universum waarin je mag verdwalen’. Daarin hoor je het majestueuze Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms waarvoor componist Yannis Kyriakides een hedendaagse versie smeedde. Ook harpist Remy van Kesteren is aanwezig op het toneel én is zelfs onderdeel van de choreografie. Verder brengen de animaties van videoscenograaf Claudia Rohrmoser de nieuwste technologieën tot leven en zijn de waanzinnige kostuums van modeontwerper Irina Shaposhnikova een lust voor het oog. Helder verhaal dus: het internationale artistieke team dat Linning wist te strikken creëert een adembenemende, meeslepende theaterervaring.
Onsterfelijkheid is een onderwerp dat haar bezighoudt. Het liefst zou ze nog minstens 200 jaar leven, vertelde ze onlangs. “Want er zijn zoveel dingen die ik zou willen doen, zou willen ervaren. We staan op een belangrijk kantelpunt in de evolutie: hoe gaat dit hoofdstuk verder? Kijk naar de technologie die ons lichaam binnenkomt. Hebben we over 20, 30, 50 jaar echte robots in dienst?
“Ineens besefte ik dat als mijn leven nooit zou eindigen, vandaag niet zoveel waard is”
Onsterfelijkheid is een onderwerp dat haar bezighoudt. Het liefst zou ze nog minstens 200 jaar leven, vertelde ze onlangs. “Want er zijn zoveel dingen die ik zou willen doen, zou willen ervaren. We staan op een belangrijk kantelpunt in de evolutie: hoe gaat dit hoofdstuk verder? Kijk naar de technologie die ons lichaam binnenkomt. Hebben we over 20, 30, 50 jaar echte robots in dienst?
Het lijkt misschien sciencefiction, maar als je bedenkt hoe snel ontwikkelingen gaan is die gedachte zo vreemd niet. Algoritmes, AI, DNA veranderen, klonen; het is allemaal niet meer te stoppen. Daar moeten we als samenleving dus iets mee, daar moeten we over praten met elkaar.”
Onze biologische evolutie voltrok zich langzaam, over miljoenen jaren, maar nu voltrekt alles zich in een vlucht. “Die vlucht staat haaks op alles wat tot nu toe gebeurde. Als we ons DNA veranderen is er geen weg meer terug. Mijn vader heeft niets met technologie, mijn neefje van zes jaar kan zich de wereld niet voorstellen zonder. Ik, onze generatie, staat daar tussenin. Komt daar mijn nieuwsgierigheid vandaan? Ik herken het leven van mijn ouders, maar heb geen idee hoe de wereld van straks, die van mijn neefje, eruit zal gaan zien. Vandaar die wens om nog 200 jaar te leven.”
Wat zou het betekenen het als we de dood uitstellen of zelfs proberen uit te schakelen? Waar blijft het menselijk lichaam in een wereld vol AI en zelfoptimalisatie? Nanine: “stel dat China een stap verder gaat in de ethiek en baby’s prematuur tweakt, aanpast en optimaliseert? Gaan wij daarin mee? Misschien kunnen we het ons niet eens permitteren achter te blijven. Als daar alleen nog maar baby’s geboren worden met een IQ van 200, waar blijven wij dan met 80? En in hoeverre is straks de medische technologie nog van ons? Is die pacemaker van jou of jouw arts, of wordt deze aangestuurd door iets of iemand anders? Door fabrikanten als Elon Musk? Wie is straks eigenaar? Allemaal cruciale vragen volgens mij, maar we hebben het er niet over. Dat is toch gek?
In Anima Obscura worden twee werelden gecreëerd. De analoge/biologische wereld van gevoelens, ons instinct. En de wereld van belofte en utopie, van onsterfelijkheid. “We nemen het publiek mee naar een andere dimensie. Geen alledaagse realiteit maar een poëtisch universum waar je mag verdwalen en daarna weer naar het leven terugkeert. Verwacht geen antwoorden, geen klassieke dansavond.
Wel een grensverleggend kunstwerk dat laat reflecteren op de vraag ‘waar gaat mijn leven over, wat is de essentie? En waarom ontloop ik de dood zo intens in plaats van blij te zijn met het mooie dat ik al heb?’ De dood van mijn moeder heeft me daarin een nieuw inzicht opgeleverd. Ineens besefte ik dat, als mijn leven nooit zou eindigen, vandaag niet zoveel waard is. Juist het besef dat alles elk moment kan stoppen geeft me een fijn soort druk: ik wil nog zovéél vandaag doen. Misschien is het daarom wel een godsgeschenk, dat leven met de dood, het feit dat deze altijd dichtbij is. Daardoor krijgt alles waarde en diepgang.”
“Er zijn zoveel dingen die ik zou willen doen, zou willen ervaren. We staan op een belangrijk kantelpunt in de evolutie: hoe gaat dit hoofdstuk verder?”
UITGELICHT!
Brahms’ Requiem is geen dodenmis die de gestorvene vergezelt onderweg naar het hiernamaals, maar muziek die troost biedt aan de nabestaanden. Muziek voor de levenden dus, met een grote melodische rijkdom en emotionele intensiteit. Componist Yannis Kyriakides noemt zijn recompositie ‘een droomlandschap met flarden van Brahms die op een wanordelijke manier opduiken en verdwijnen’.