Orpheus Magazine: Ivo van Hove plaatst Jesus Christ Superstar in het nu
Orpheus Magazine > Ivo van Hove plaatst Jesus Christ Superstar in het nu
Natuurlijk zijn bewondering, adoratie en vervolgens afgunst, verraad en afrekening van alle tijden. Maar deze Jesus Christ Superstar opent je ogen en zet je aan het denken. Want massahysterie, culthelden, gepolariseerde samenlevingen en cancelcultuur zijn niet alleen van nu, ze stammen uit het begin van onze jaartelling. Jezus Christus was in 33 de eerste superster die werd gecanceld.
Hedendaagse versie
Ivo: “Dit verhaal gaat over menselijkheid, vriendschap en de twijfel die we allemaal hebben. Een Jesus Christ Superstar voor de 21ste eeuw, met de thema’s van vandaag, voor de mensen van vandaag. Ik wil het publiek iets laten zien wat ze nog nooit eerder hebben gezien. We gaan iets anders met deze Jesus Christ Superstar doen.”
Niet de regular stuff
Jesus Christ Superstar is na Lazarus de tweede coproductie van producent Albert Verlinde en de internationaal gelauwerde toneelregisseur Ivo van Hove. Een opmerkelijke samenwerking tussen de ‘gesubsidieerde’ Van Hove en de commerciële Verlinde. Maar dat zien Ivo en Albert zelf anders, zeiden ze in een interview in De Volkskrant. “Die scheidslijn is echt niet meer van deze tijd”, zei Ivo. “Albert vraagt mij juist omdat hij weet dat hij dan niet de regular stuff krijgt.” De Vlaamse regisseur heeft vele internationale theatersuccessen op zijn naam staan, waaronder Lazarus, de fascinerende musical geschreven door en met muziek van David Bowie. Ivo ontving vele prestigieuze prijzen en onderscheidingen en is in de theaterwereld zelf ook een superstar.
Ware happening
Dat alle teksten van de rockopera in het Engels zullen worden gezongen, mag geen belemmering zijn. Immers: de muziek van Tim Rice en Andrew Lloyd Webber die in 1970 uitkwam, staat in bijna ieders muzikale geheugen. De twintig nummers zijn het fundament van de voorstelling, begeleid door een live-orkest. Het verhaal wordt gespeeld en gezongen in een industrieel vormgegeven ‘arena’. 170 toeschouwers per voorstelling kunnen op dat podium plaatsnemen in één van de Super Seats en zo letterlijk onderdeel zijn van het verhaal. Ivo: “Het podium is een snelkookpan, klaar om te exploderen. Ik wil dat het publiek zich daar deel van voelt, om zijn rol te spelen.”
Toeval of wonder?
“Zou jij niet Jezus willen spelen?” Jeangu Macrooy (29) kreeg de vraag zomaar op straat. Ook de rol van Mary Magdalene kwam compleet onverwacht voor Magtel de Laat (25). Nu staan de singer-songwriter en de musicalactrice binnenkort samen in de splinternieuwe versie van de klassieke rockopera Jesus Christ Superstar.
Jeangu Macrooy was op het juiste moment op de juiste plaats. “Ik was op de première van een film van een vriend van mij. Toen ik twee stappen uit de bioscoop had gezet, keek ik naast me en daar stond regisseur Ivo van Hove. Ik kende hem wel: ik heb veel stukken van ITA (Internationaal Theater Amsterdam) gezien en ben een groot bewonderaar, we hebben elkaar wel eens gesproken. Hij vroeg me meteen: ‘Ik ben bezig met een nieuwe versie van Jesus Christ Superstar, zou jij niet Jezus willen spelen? De audities zijn over twee weken.’ De vraag overviel me natuurlijk, maar daarna dacht ik meteen: ja, geweldig.”
Hoe ging dat bij jou, Magtel?
Magtel de Laat: “Ik heb auditie gedaan voor het ensemble. (De groep spelers die meedansen en -zingen en vaak een kleinere rol spelen, red.) ‘Het kan zijn dat we nog een paar meiden terugvragen voor de Mary songs’, kregen we te horen. Toen ik gevraagd werd voor de rol, moest ik echt even schakelen. Ik was helemaal overrompeld.” Jeangu: ‘Nadat we door de Nederlandse auditierondes heen waren gekomen, moest ook Andrew Lloyd Webber, de Engelse componist van de originele rockopera Jesus Christ Superstar uit 1970, onze rollen nog goedkeuren. Hij bekeek álle auditietapes. Toen we eindelijk zijn toestemming kregen, belde ik meteen mijn vriend op die in Berlijn was en riep: ‘Ik ben Jezus!’”
Je zou het bijna een wonder noemen, voor jullie allebei.
Jeangu: “Het voelt als een heel nieuw avontuur. Ook al ben ik popzanger, ik heb musicals altijd tof gevonden en dacht vaak: ik zou het graag een keer willen proberen. Als klein jongetje in Suriname heb ik de film voor het eerst met mijn moeder gezien, die was groot fan. We gingen vaak samen naar jeugdtheater, mijn tante is actrice; ik ben met theater opgevoed. Stem, techniek, emoties; in deze rol kan ik alles kwijt wat ik in me heb.” Magtel: “Ik zong als elfjarige al Everything’s alright met Pasen in de kerk met mijn zanggroepje. Het was de allereerste musicalsong waarmee ik heb opgetreden. Ik wist altijd al dat musical mijn roeping was, maar dat dit zoveel jaar later mijn eerste rol zou zijn, had ik toen nóóit durven dromen. Dus toen ik gebeld werd, dacht ik: sommige dingen gebeuren echt met een reden.”
Wat vinden jullie het mooist aan jullie rol?
Magtel: “Maria Magdalena is erg zorgzaam, ze bekommert zich over Jezus als een vriendin. Haar liefde gaat zelfs zo ver dat ze zichzelf ervoor aan de kant zet, dat vind ik mooi. Tegelijkertijd zou ik het tof vinden als Maria in onze versie van het stuk misschien iets minder ondergeschikt zou worden, een klein beetje moderner en onafhankelijker zoals vrouwen tegenwoordig ook zijn.” Jeangu: “Wat ik zelf prachtig vind, zijn de momenten waarop Jezus iets menselijks heeft. Bijvoorbeeld in het grote nummer Gethsemane, dat speelt in de nacht voor zijn kruisiging. Hij is bang, zingt hij daarin. Hij snapt het grote plan van God niet. Maar aan het einde mondt zijn lied uit in volledige overgave aan zijn lot. Zó mooi. Gethsemane gaat voor mij ook over geloven. Of je nou religieus bent of niet: geloof ontstijgt je ratio. Het is een kwestie van vertrouwen dat iets simpelweg zo moet zijn. Dat vind ik heel mooi en menselijk. Geloof is onderdeel van wat ons mens maakt. We hebben iets groters nodig om onze hoop uit te halen.” Magtel: “Tegelijk gaat het over geloven in jezelf. Jezus is bang voor wat er gaat komen, hij weet niet of hij kan sterven aan het kruis. Maar na dat nummer haalt hij de kracht niet meer alleen uit God, maar ook uit zichzelf.”
Zijn jullie zelf gelovig opgevoed?
Magtel: “Ja, maar het is niet zo dat we elke zondag naar de kerk moesten. Ik zat als kind vooral in het kerkkoor omdat ik daar kon zingen.” Jeangu: “Mijn ouders hebben mijn broer Xillan, mijn zusje Eve en mij gelovig opgevoed om ons iets mee te geven, maar niet op een strenge manier. Uiteindelijk heb ik besloten dat ik me niet meer met de kerk wilde verbinden, ook vanwege homofobie, maar ik ben wel altijd spiritueel gebleven. Ik zou geen atheïst kunnen zijn, ik kan niet leven met het idee dat er niets groters is. Wat is het punt, dan?”
Jeangu, jij bent al bijna tien jaar een succesvol singer-songwriter, je hebt je eigen albums gemaakt, prijzen gewonnen, overal opgetreden. Wat is je drijfveer? Hoe besluit je wat je wilt?
Jeangu: “Ik denk dat je moet durven vertrouwen op je gut feeling. Hoe lastig dat soms ook is in dit vak: luister naar jezelf.”
En hoe zit dat bij jou, Magtel?
Magtel: “Ik heb vorig jaar zó lang getwijfeld of ik mee zou doen aan het tv-programma Op zoek naar Danny & Sandy. Tot ik op een gegeven moment dacht: ik ga gewoon die voorrondes doen, en dan kijken wat mijn gevoel zegt. Ik kwam erachter dat die spanning mij juist een lekkere extra drive geeft.”
Luister naar je gevoel, dus.
Jeangu: “Je eigen muziek schrijven is een constante cyclus van creëren, blij zijn met het resultaat, het uitbrengen en dan toch twijfelen: gaan mensen dit leuk vinden? Is het wel goed genoeg? Ik probeer mezelf inmiddels voor te houden: je hebt gemaakt wat je wilde maken en tijdens dat proces heb je plezier gehad. Dus hou nu gewoon vast aan dat gevoel en vertrouw erop, wat de uitkomst ook mag zijn. Want wat is het ergste wat kan gebeuren?”
In het allerergste geval word je gekruisigd.
Jeangu: “Juist! Ik wilde net zeggen: je zult er niet dood van gaan. Maar in ons verhaal dus wel.”