Duik in de gouden eeuw van de Nederlandse popmuziek

Timebox. Dat klinkt als een fonkelnieuwe naam in de Nederlandse muziekscene. Maar is dat zo? Niet helemaal. Vier van de muzikanten (Jac Bico, Felix Maginn, Diederik Nomden en Jan van der Meij) speelden tien jaar lang muziek van The Beatles. Op zo’n manier dat iedereen dacht: John, George, Paul en Ringo zijn terug!  

Met Timebox gaat het kwartet, nu aangevuld met drummer Kees Schaper en zanger/gitarist Ralph Mulder, een stap verder. Orpheus is één van de theaterzalen waar Timebox met De gouden eeuw van de Nederlandse popmuziek ’64- ’74 een diepe buiging maakt voor de pop- en beatmuziek uit muzikaal het meest succesvolle decennium.

Zanger/gitarist Diederik Nomden zag precies een jaar na dato – in 1975 dus – het levenslicht. Dat voelt als te laat op een feestje verschijnen, Nomden ziet vooral het voordeel ervan. “Was ik 25 jaar eerder geboren, dan was ik nu 25 jaar ouder. Dan toch liever een jaartje te laat.” 

Met zijn liefde voor muziek uit het decennium zit het wel goed. “Het is waarmee wij zijn opgegroeid, waar onze ouders naar luisteren. Wat opvalt is dat alles nog steeds zo goed klinkt, zo fris vooral. De rijkdom aan ideeën spat er vanaf, tegelijk klinkt het soms aandoenlijk, knus zelfs, hier en daar in kneuterig Engels. Creativiteit en experiment beleefden een hoogtepunt omdat nog niet alles al een keer gedaan was. Het was de combinatie: een jonge frisse generatie en hele goede studio’s waardoor het allemaal supertof klinkt. De magie van dit alles laat zich nog steeds moeilijk verklaren. Het hing gewoon in de lucht. En ’t was ook nog eens een gouden tijd voor gitaarmuziek.” 

“Wat opvalt is dat alles nog steeds zo goed klinkt, zo fris vooral” 

Wat hem betreft zijn in geen enkel decennium zoveel goede nummers geschreven. “1964 Markeert het beginpunt van Beatlemania en alle jaren die volgden waren muzikaal heel interessant. 1974 vormde een mooi ijkpunt omdat in dat jaar het zendschip van Radio Veronica moest stoppen en we die zomer de WK-finale van Duitsland verloren. Beide tragisch, gebeurtenissen die voor ons een soort gimmick in handen gaven om het decennium af te bakenen. Je zou het kunnen zien als het begin van de hoop en tenslotte het einde ervan, van de onbevangen jeugdigheid.” 

Nederland sloeg aan op de nieuwe sound maar wat gebeurde er over de grens? Was Nederpop daar net zo succesvol? “Shocking Blue met Venus en Golden Earring scoorden kneiters van hits. In die slipstream daarvan letten buitenlandse platenmaatschappijen scherper op naar wat nog meer uit Nederland kwam. Nieuwsgierigheid groeide en hielp mee Nederpop internationaal onder de aandacht te brengen.” 

Timebox reproduceert muzikale juwelen op een manier zoals de muzikanten dat eerder minutieus met muziek van The Beatles deden. Niet als coverband die zijn eigen sausje over de muziek giet, maar door zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven. “Want je kunt twee dingen doen”, stelt Nomden. “Zo dicht mogelijk op het origineel gaan zitten of er écht iets eigens van maken. De laatste tien jaar zie je dat bands de oorspronkelijke sound zoeken. Dat vinden wij ook het leukst, we zien publiek soms met de ogen dicht luisteren, mensen komen dichtbij het gevoel van een lied. Dat kan alleen als je geluidsmatig, qua melodie, toonsoort en tempo speelt zoals het gespeeld werd. Dan gaat muziek bij mensen in het hart zitten. Voor ons is dit dé manier, zo klopt het.” 

“Dan gaat muziek bij mensen in het hart zitten. Voor ons is dit dé manier, zo klopt het”  

De aanzienlijke stretch in muzikale stijlen, van Nederpop tot symfonische rock, levert wel een klus op. “We pakken het chronologisch aan. The Outsiders klinken heel erg sixties, Earth & Fire juist vooral seventies. We zetten ze niet zomaar naast elkaar, liever laten we publiek organisch meegroeien in de verandering van sound. Nederlandstalige nummers staan nog niet op onze playlist maar dat zegt niets over hoe de set er straks uitziet. Waar het vooral om draait is wat juist voelt, wat logisch is. Er kan zomaar een Nederlandstalig nummer zijn dat ineens perfect past, zoals Jimmy van Boudewijn de Groot.” 

De ode aan de muziek levert een tijdreis door de jaren ’60-’70 op, ook in wat destijds gebeurde. Het zal, als het aan Diederik Nomden ligt, geen college worden. “We trekken het in de persoonlijke sfeer omdat we allemaal herinneringen aan een bepaald nummer hebben. Of dat nu klonk terwijl we op de achterbank zaten tijdens vakantie, of omdat werd samengewerkt met muzikanten uit die tijd zoals Jan van der Meij met George Kooijmans deed. En Felix is Iers, hij kwam pas later naar Nederland dus zijn perspectief op muziek uit die tijd is weer anders.” 

 

Wie laten zich meevoeren in zo’n tijdmachine? Nomden verwacht dat het vooral jongeren van toen zullen zijn. “Misschien met hun kinderen of soms kleinkinderen? Op een zaal vol tieners rekenen we niet, tegelijk weten we dat ook veel jonge mensen nieuwgierig zijn hoe een samengestelde band de muzikale erfenis van ’64-’74 laat klinken. Het enorme arsenaal aan hits levert een hele uitdaging op, kies daar maar eens de 25 mooiste nummers uit.”  

Wachtlijst