Orpheus Magazine: Huub van der Lubbe is Don Quichot

De Man van La Mancha keert terug in de Nederlandse theaters. Huub van der Lubbe speelt en zingt Don Quichot in deze nieuwe Nederlandse versie van de broadwaymusical uit 1965. Geproduceerd door de Theateralliantie, waar Orpheus samen met zes andere grote theaters deel van uitmaakt. Huub vertaalde ook de liedteksten van zijn lievelingsmusical.

Orpheus Magazine > Orpheus Magazine: Huub van der Lubbe is Don Quichot

Een mens moet zich in al zijn fantasieën niet laten remmen. En vooral buiten de lijntjes durven kleuren. Daaruit komen de idealisten voort die de mensheid steeds stapjes voorwaarts brengen. Huub van der Lubbe en Miguel de Cervantes Savreeda, de Spaanse schrijver van De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha, kunnen wat dat betreft door één deur. Als de laatste in deze tijd had rondgelopen. De man die als ‘de zanger en frontman van De Dijk’ in de muziekgeschiedenis zal voortleven, ook al is hij zoveel meer, vindt zichzelf een idealist. Maar niet zo onrealistisch als het wereldberoemde fictieve personage dat hij een theaterseizoen lang gaat vertolken in De Man van La Mancha, de nieuwe muziektheaterproductie van de Theateralliantie. Een rol waarvoor hij al enkele jaren geleden werd gepolst. De Amsterdamse dichter, schrijver, zanger en acteur leeft al sinds dat moment met de dolende ridder. Want hem werd ook gevraagd de liedjes van de oorspronkelijke versie te vertalen voor deze tijd. Een musical uit 1965 met muziek van Mitch Leigh en met een lied dat eeuwigheidswaarde heeft: The impossible dream, ook in Huubs vertaling gewoon De onmogelijke droom gebleven. 

 

Een tragisch figuur

Huub: “Ik was zestien en zag in Carré de eerste Nederlandse versie. Met Guus Hermus als Don Quichot, Lex Goudsmit als Sancho Panza en Carry Tefsen als Dulcinea, de vrouw die alleen in Don Quichots brein bestaat en die hij aanbidt. Het was voor mij meer dan zomaar een musical. De thematiek sprak me enorm aan. Een man die tegen de klippen op het onmogelijke probeert te bereiken, die wordt bespot en voor gek versleten, maar desondanks zijn idealen trouw blijft. Een tragisch figuur, die de dingen anders ziet dan wij, wiens leven bestaat uit vergissingen, maar het beste met de mensen voor heeft. Het is al mijn hele leven mijn lievelingsmusical. Ik hoefde geen seconde na te denken toen ik werd gevraagd voor de hoofdrol en voor het vertalen van de liedteksten.”

 

Windmolens

Cervantes creëerde begin zeventiende eeuw in een tweedelige roman een oude dwaze edelman, Don Quichot. Op zijn aftandse paard Rocinante en gestoken in een roestig harnas met een papieren helm op zijn hoofd, trekt hij ten strijde tegen allerlei onrecht. Samen met zijn analfabete buurman en knecht Sancho Panza op zijn ezel. Cervantes introduceerde er een compleet nieuw literair genre mee: hij wordt algemeen erkend als de eerste fictieroman-schrijver. Zijn hoofdpersoon verliest langzaam de werkelijkheid uit het oog en krijgt waanvoorstellingen. Zijn beroemdste: hij neemt het op tegen windmolens, omdat hij ze aanziet voor reuzen. In onze taal is ‘tegen windmolens vechten’ dan ook synoniem voor ‘de hopeloze strijd’. En ook ‘een klap van de molenwiek hebben’ – niet goed bij je hoofd zijn – komt voort uit de boeken die al in 1657 in Nederlandse vertaling werden uitgebracht en net als in heel Europa ‘bestsellers’ werden. Het verhaal kreeg sindsdien honderden theaterbewerkingen. 

Niet gewoon zijn 

Huub van der Lubbe, 70 jaar inmiddels, is al zijn hele leven geboeid door het afwijkende, door mensen die zichzelf buiten de orde van alledag zetten. “Ik wilde als jongen niet ‘gewoon’ zijn. Bij ons thuis was het ‘doe normaal, gedraag je zoals iedereen’. Ik wilde opvallen, ik wilde het circus in, optreden. Ik wilde dat ze zouden zeggen: ‘kijk dat jochie daar eens!’ En dat is met hard werken en wat talent toch aardig gelukt, denk ik. Als je het gewoon gaat dóén, word je er steeds beter in. Ik beklom de Mont Ventoux op de fiets en schreef er een gedicht over. De laatste regel luidt: ‘talent is ook een vorm van heel graag willen’.” 

Uit het keurslijf 

Hij kreeg onverwachts alle tijd om zich op de liedteksten van De Man van La Mancha te storten. Vanwege de coronapandemie sloten de concertzalen en festivalterreinen deuren en hekken en ging De Dijk noodgedwongen in de pauzestand. Huub was toen al tot het besef gekomen dat het na 41 jaar toeren en rock ’n roll genoeg was geweest. “Ik wilde uit het rigide keurslijf, ik wilde verder kijken. Dat deed ik naast De Dijk altijd al. Ik ben niet alleen die zanger, ik speelde de afgelopen decennia in allerlei films (waaronder de met een Oscar bekroonde De Aanslag, red.) en theaterstukken; ik vormde ooit samen met twee vrienden de literaire dichters- en muziekgroep Concordia. Wat ik ben? Ik ben van alles, ik hoef toch niet te kiezen?” 

Wat bedoelde de schrijver? 

Het is de kracht van woorden die hem altijd al fascineerde. “Al vanaf mijn jeugd. Dat kwam door mijn opa, die bij gelegenheid ‘lintwurmen’ declameerde. Zo noemde hij een acrostichon (naamdicht of lettervers) waarvan de eerste letters van iedere regel of couplet achter elkaar gelezen, zelf ook een woord of zin vormen. Zoals het Wilhelmus. Ik ben dus ook een dichter. Dat is de luie tak van het kunstenaarsgilde. Een dichter hoeft de deur niet uit.” Hij heeft de twee delen van Cervantes' Don Quichot helemaal gelezen. “Dat was best een kluif, ook omdat het vier eeuwen geleden is geschreven. En ik ben er nog steeds niet goed achter met welke bedoelingen Cervantes het heeft geschreven. Was het hem alleen te doen om geld te verdienen? Hij is zijn leven lang arm geweest. Wilde hij de mensen vermaken? Hij stak de draak met de toen zeer populaire ridderroman, met het kuddegedrag van de mensen. Of willen wij het nu zo lezen en hebben wij in de loop der eeuwen er meer gewicht aan gehangen dan Cervantes met zijn verhaal bedoelde en wilde?” 

Inspiratiereisje 

In april bezocht hij samen met regisseur Ruut Weissman, choreograaf Pim Veulings en producent Rosalie Mohr de Spaanse regio Castilla-La Mancha en diens hoofdstad Toledo. “Een reisje ter inspiratie. Om de leegte en het decor te ervaren waarin de ridder ronddoolde. We hebben een avond een flamencovoorstelling bijgewoond, want flamenco wordt in onze uitvoering de muziekstijl. Alle indrukken die ik opdoe, de muziek die ik hoor, de boeken over Don Quichot die ik nu lees, daar put ik uit als ik straks op het toneel sta.” 

De eigentijdse windmolens 

Of hijzelf een Don Quichot is? Hij zou het niet zo durven zeggen. “Ik ben een idealist voor wie veranderingen niet snel genoeg gaan. Ik hoop altijd het beste voor de mensen. Maar tegen windmolens vecht ik niet. Ik zie en voel de menselijke maat verdwijnen uit onze maatschappij. Als je me vraagt wat de windmolens van deze tijd zijn zeg ik: de data- en techreuzen. Onze menselijkheid loopt gevaar door AI, de kunstmatige intelligentie die alleen maar ‘ja’ of ‘nee’ kent. Maar mensen overleggen, overtuigen elkaar, hebben contact. Mensen wegen niet af met ja of nee, maar ook met ‘misschien’ en ‘eigenlijk niet of wel’. Cervantes vraagt zich in Don Quichot af wanneer je iemand gek en wanneer je iemand normaal kunt noemen. In onze tijd kijken we er niet van op dat twee landen elkaar bestrijden met het meeste moderne wapentuig ter waarde van ik weet niet hoeveel miljarden euro’s. Wij doen het af met: ‘zo gaat dat nu eenmaal’. Het is kennelijk normaal. Don Quichot zegt: ‘hoezo is dat normaal? Ik ga er op af! Ik ga het bestrijden’.” 

Onmogelijke taken 

Gelukkig zijn er volgens Huub van der Lubbe altijd weer enkelingen die geen genoegen nemen met de wereld zoals die is en die zich verzetten tegen die zogenaamde ‘normale’ gang van zaken. Die voor gek worden versleten, maar blijven strijden. Die een schijnbaar onmogelijke taak op zich namen, maar wel de aanzet gaven tot de vrouwenemancipatie, tot de afschaffing van de slavernij, de burgerrechtenbeweging. “In onze tijd zijn het de actiegroepen tegen de klimaatveranderingen, zoals Extinction Rebellion en bijvoorbeeld Greta Thunberg.” Maar in zijn liedteksten van De Man van La Mancha komen die laatsten niet voor. “Ik heb ze eigentijdser gemaakt wat taal betreft. Maar het zou nogal vreemd zijn als Greta Thunberg ineens opduikt in een lied. Dat is onwaarachtig in dit stuk dat zich in een andere tijd afspeelt. Ik schrijf altijd helder. Niet ingewikkeld. De strekking is duidelijk. Het denkwerk laat ik met een gerust hart aan het publiek over.”