Orpheus Magazine: Toneelgroep Maastricht - De Kersentuin blijft actueel

De Kersentuin, het slotakkoord van de Russische schrijver Anton Tsjechov, wordt opnieuw bewerkt. Dit keer door Toneelgroep Maastricht in een regie van Michel Sluysmans met hoofdrollen voor Anniek Pheifer en Jeroen Spitzenberger en met muziek van Beppe Costa. Orpheus ging in gesprek met Michiel, Anniek en Jeroen over deze nieuwe bewerking van De Kersentuin.

Orpheus Magazine > Orpheus Magazine: Toneelgroep Maastricht - De Kersentuin blijft actueel

Wie het stuk al eens zag en het om die reden laat passeren, doet zichzelf tekort. Schromelijk tekort vermoedelijk. Want deze bewerking van Jibbe Willems is even hilarisch als droefgeestig, maar bovenal schurend actueel. Muziek, live uiteraard, speelt in de nieuwste vertolking een hoofdrol. Michel Sluysmans bijt zich vast in wat hijzelf misschien wel het beste stuk van Tsjechov vindt: De Kersentuin. “Het is zijn laatste werk, geschreven rond 1900. 

We zetten dat oerstuk naar onze hand, spelen het niet 1-op-1 over, maar voegen rollen samen. Kleine rollen worden groter, bijvoorbeeld het personage van de oude, licht seniele tuinman Firs, gespeeld door Beppe Costa. Firs staat symbool voor het verleden, heeft niet veel tekst, maar is er wel de hele tijd. Costa is een fantastische multi-instrumentalist. Hij geeft zijn personage, maar ook de rol van muziek in dit stuk een nieuwe dimensie.”

Illusie verloren

Anniek Pheifer speelt de adellijke actrice Ljoebov die de bodem van haar schatkist in zicht heeft. Ze zit met een groot probleem, er móét geld komen. Ondernemer en goede vriend Lopachin, gespeeld door Jeroen Spitzenberger, ziet een ideale oplossing: kap de kersentuin en verkoop de grond, dan kan er een vakantiepark worden gebouwd. Dat levert geld én een toekomst op. Het is een dilemma. “De kersentuin staat voor het verleden van de familie, voor alle herinneringen. Ook aan het zoontje van Ljoebov dat overleed en in de tuin begraven ligt. Zij ziet in de kersentuin het verleden, anderen zien op die plek juist de toekomst. De acht personages in het stuk kijken ieder vanuit hun perspectief naar de kersentuin, de veranderende wereld. En het mooie is: ze hebben allemaal gelijk”, zegt Sluysmans.

Verkoop van de kersentuin zou betekenen dat de familie haar illusies zal verliezen en de poëzie wordt vergeten. Firs, die altijd in de tuin te vinden was, staat symbool voor schoonheid van het leven, schoonheid die zich niet in geld laat uitdrukken. Sluysmans: “Feitelijk gaat het verhaal daar over: hoe ga je om met een tijd die sneller verandert dan je aankunt? Alle personages in dit stuk moeten met verandering dealen, ieder op zijn eigen manier. Net als wij dat moeten in ons leven. Want ook nu is er veel aan de hand. Precies op dat punt, de huidige actualiteit, laat Jibbe het stuk van Tsjechov landen, haalt hij het naar het hier en nu.” 

“Hij toont ons in onze meest menselijke vorm en dat is niet altijd het mooiste beeld”

Niets wordt zomaar gezegd

“Ook in dit werk van Tsjechov zijn alle rollen, ook de allerkleinste, belangrijk. Elke zin, elke gedachte en elke twijfel die wordt uitgesproken doet ertoe, niets wordt zomaar gezegd. Dat intrigeert. Het maakt dat het stuk je van begin tot eind te pakken heeft. Opvallend is dat al het werk van Tsjechov aan relevantie nooit inlevert, het blijft actueel.”

Jeroen Spitzenberger (Lopachin) speelde eveneens eerder werk van Tsjechov, aan het begin van zijn carrière. Koud van de Toneelschool kreeg hij bij het Onafhankelijk Toneel in Rotterdam een rol in, zoals hij het zelf noemt, ‘een soort voorstuk van Oom Vanja’, eerder werk van de Russische schrijver. “We speelden het twee jaar heel succesvol. Ik heb er goede herinneringen aan omdat het zo spannend was, we met de ruwe ideeën aan het werk gingen. Tsjechov is een bekende schrijver met niet eens zo’n omvangrijk oeuvre. Toch heeft waarschijnlijk elke toneelliefhebber al eens werk van hem gezien. Destijds vond het ik vooral leuk om dat onbekende werk te spelen.”

Hij schildert met woorden

Elk karakter in de stukken van Tsjechov is essentieel, vindt ook Spitzenberger. “Daarin is hij meesterlijk. Hoe klein een rol ook is, het belang ervan is niet minder groot. Karakters worden zo goed uitgediept dat alle gedachten, bedoelingen en geheimen van de personages bloot komen te liggen. Tsjechov schildert met woorden, tot in detail. Dat maakt zijn stukken zo fijn om naar te kijken. Al die persoonlijke miniatuurtjes maken zijn stukken levensecht. Ze treffen je in hun ernst, maar ook in humor.”

Tsjechov schreef De Kersentuin oorspronkelijk als komedie, een liefdescarrousel waarin iedereen op iedereen valt. In de opvoeringstraditie gebeurde er volgens Spitzenberger iets anders mee. “Nog steeds zie je die twee richtingen, de vraag is altijd welke toon in uitvoering wordt aangeslagen. De versie van Michel Sluysmans en Jibbe Willems zal de kant van komedie kiezen, maar ook daarbinnen zijn richtingen in toon, nuance. Dit wordt een bijzondere versie want Jibbe is een speciale schrijver en Michel een scherpe regisseur. De rol van muziek? Muziek is de noodzaak in het stuk en onderdeel van de signatuur van Toneelgroep Maastricht. Het is juist de integratie van muziek, gezongen en instrumentaal, die deze versie van De Kersentuin zo bijzonder maakt.”

"Zakken we allemaal door het ijs, dan hebben we gelukkig Beppe nog. Die speelt in z’n eentje een hele band.”

Uitgelicht!

De Kersentuin is het laatste toneelstuk van de Russische schrijver Anton Tsjechov. Het ging in première in het Moskouse Kunsttheater op 17 januari 1904, in een productie geregisseerd door Konstantin Stanislavski. Sinds de eerste opvoering in Moskou is het stuk wereldwijd in meerdere talen vertaald. In ons land is het stuk al vaak te zien geweest. De nieuwste vertolking door Toneelgroep Maastricht is op 16 maart in Orpheus te zien. Een must see!

Luister naar... podcast Kersentijd